27 december 2008

Slechte voornemens

Slechte voornemens? “Goede voornemens zijn toch de trend voor een nieuw jaar?!”, zult u zeggen. Ik ga het dit jaar anders doen, want ik ben tot de conclusie gekomen dat het geen enkele zin heeft goede voornemens te maken. Daarom heb ik besloten om mij slechte dingen voor te nemen; door de gedachte alleen al voel ik me stukken beter.

Om een voorbeeld te noemen: in onze schuur en op zolder liggen een hoop spullen die nodig opgeruimd moeten worden. Een groot deel hiervan kan volgens mijn (v)echtgenote weg, maar ik neem me voor om niets op te ruimen of weg te gooien, want je weet maar nooit of het nog eens van pas komt.

Ook neem ik me voor om de ”boeken die je gelezen moet hebben” niet te gaan lezen. Dat ik daar dan niet over mee kan praten is jammer, maar dat moet dan maar.

Verder ga ik me niet meer voornemen om meer rechtop te lopen: ik ben nu eenmaal scheef en het zal mij worst wezen dat mijn rechterschouder een stuk lager zit dan de linker. Ze nemen me maar zo als ik ben of ze nemen me maar niet.

Evenmin ga ik proberen mijn spelpeil bij het schaken op te vijzelen: zoals ik nu speel bevalt me prima en alle pogingen om beter te gaan schaken zijn toch tot mislukken gedoemd, omdat de motivatie om nog wat te leren ontbreekt.

Tot slot ga ik niet proberen om in 2009 aardiger tegen de mensen te doen. Als er daardoor meer mensen zijn die mij een eikel vinden, troost ik me maar met de gedachte dat je het toch niet iedereen naar de zin kunt maken.

Geen enkel voornemen kan een ander, en zeker geen beter mens van mij maken. Als u wel goede voornemens voor het volgend jaar hebt gemaakt, mijn zegen hebt u, sterkte en succes gewenst.

12 november 2008

Schakers en onthouders

Met onthouders bedoel ik hier niet mensen die geen borrel drinken, maar schakers vanaf een rating van rond de 1900. Daar zo ongeveer begint de ellende dat je geen schaker meer bent maar een onthouder.

Onthouders zijn mensen met een enorme database in hun hoofd vol schaakstellingen. Als er in een bepaalde stelling een zet wordt gedaan, weten ze al precies wat er daarna gespeeld moet worden. Om dit te weten moeten ze bijvoorbeeld via het Internet veel partijen bekijken en vooral de nieuwtjes in zich opnemen. En natuurlijk moet dat allemaal weer opgeslagen worden op de harde schijf in hun hoofd.

De echte schakers zijn mensen zonder rating, of een lage rating. Voor hen is elke stelling nieuw en voor elke zet moeten ze nadenken, want in hun hoofd zit van alles, maar geen of weinig schaaktheorie.

Vreemd genoeg zijn bij schaaktoernooien altijd de hoogste prijzen voor de onthouders en de kleine prijsjes voor de echte schakers. Ook genieten de onthouders veel meer aanzien: ze krijgen titels zoals meester of zelfs grootmeester, en veel mensen kijken vol ontzag naar hen op, maar ik niet: ik geniet van mensen die zonder een hoofd vol schaaktheorie toch af en toe een goede zet doen.

Vol verbazing zie ik dat er redelijk veel animo is voor de schaakuitleg op de dinsdagavonden. Stel je voor dat je er veel van opsteekt, dan loop je het risico dat je ook een onthouder wordt en zeg nu zelf, dat wil je toch niet. Natuurlijk is dit stukje niet serieus bedoeld, maar toch ben ik blij dat ik een schaker ben en nooit een onthouder zal worden.