1 januari 2011

Veel schaakplezier gewenst in 2011

Voor mijzelf hoop ik in 2011 ook veel plezier te beleven aan andere spellen. Schaken is leuk maar ik vind andere spellen ook erg leuk. Zo gaan Dini en ik elke woensdagmiddag, en in de wintermaanden ook vrijdagsavonds, klaverjassen in wijkcentrum De Stolp in de Maten.

In mijn jeugd werd er bij ons thuis veel gekaart, maar echt goed kaarten heb ik geleerd in de bouw, waar ik op vijftienjarige leeftijd als leerling timmerman terechtkwam. Zwikken, zeilen en klaverjassen waren de meest gespeelde kaartspellen in de bouw en natuurlijk werd er altijd om geld gespeeld. Als er genoeg mensen waren mocht je als krullenjongen niet eens meedoen, maar als ze iemand tekort hadden moest je meedoen. In het begin maakte je natuurlijk, bijvoorbeeld bij het klaverjassen, veel fouten. Dat werd je door je bouwmaten uiteraard niet in dank afgenomen. Je werd dan stijfgevloekt: het was een harde, maar prima leerschool. Ik durf dan ook rustig te beweren dat ik veel beter kan klaverjassen dan schaken.

Schaken heb ik pas geleerd in 1972 ten tijde van de match tussen Boris Spassky en Bobby Fischer in IJsland. Samen met Willem, een goede vriend van me, haalde ik een boekje met de spelregels en gingen we aan de slag. Helaas hadden we het allemaal niet zo goed begrepen, want we waren al een half jaar aan het schaken voordat we doorhadden dat een koning ook mocht slaan.

In 1974 richtte ik samen met een andere vriend de schaakclub De Mattenkloppers op; we speelden in het gebouw van speeltuin-vereniging Kindervreugd in de wijk Orden. We hadden zelfs een heuse jeugdafdeling waar we de jeugd opleidden voor het Pionnen-, Toren- en Koningsdiploma.

In die tijd maakte ik voor het eerst kennis met Jan Diekmann, die bij ons de examens afnam. Mijn zoon André haalde daar op zevenjarige leeftijd het Pionnendiploma. Dat was toen nog zo bijzonder dat er een stukje over in de krant kwam. Helaas ging ons clubje rond 1979 wegens gebrek aan leden ter ziele. Omdat ik wel in clubverband wilde blijven schaken, werd ik lid van de club van Jan Diekmann, de SVA, het huidige Schaakstad Apeldoorn. We speelden toen nog in het Rode Kruis gebouw aan de Schuttersweg.

Er zijn mensen die helemaal niet van spelletjes houden, daar heb ik medelijden mee, want door te spelen, of het nu klaverjassen, schaken of iets anders is dat maakt niet uit, verrijk je je leven. Als u nu in 2011 lekker blijft schaken, dan doe ik dat ook, maar bovendien ga ik nog klaverjassen, dammen, pesten, hartenjagen, toepen, stratego en canasta spelen.