1 oktober 2010

Je ligt dubbel

Een tijdje geleden deed ik mee aan een rapidtoernooi georganiseerd door de schaakvereniging uit Olst. Er werden zeven ronden Zwitsers gespeeld en het toernooi vond plaats in een café-restaurant in Boskamp, een buurtschap onder de rook van Olst.

Van 1 tot 2 was er een pauze en probeerde iedereen vanwege het mooie weer een plaatsje te vinden op het terras van het restaurant. Omdat er geen plekje meer vrij was, vroeg ik aan een man die met de krant en een kop koffie aan een tafeltje zat, of het goed was dat ik bij hem aanschoof. Het was een oude man met een doorgroefd gezicht en vrolijke pretoogjes, die wel in was voor een praatje.

“Bent u hier ook voor het schaken?”, vroeg ik. “Nee, ik woon hier in de buurt en ben het huis even ontvlucht voor mijn vrouw die het huis aan het schoonmaken is. Ik loop dan alleen maar in de weg, dus ik heb de krant gepakt en ben hier heerlijk in het zonnetje gaan zitten.” Toen de ober kwam, bestelde ik een kom soep en bood de man een kop koffie aan, die hij gretig accepteerde.

“Staat er nog wat belangrijks in de krant?”, vroeg ik. “Nee, alleen maar ellende. Ik lees alleen nog even wat de televisie vanavond brengt, want bij de tv lig ik altijd dubbel van het lachen.” “Zoveel vrolijkheid is er anders niet op de tv”, meldde ik. “Ik lach ook niet om komieken of zo, maar bij panels en actualiteitenprogramma’s lig ik dubbel.”

Ik begreep niet wat hij bedoelde, maar hij legde het me haarfijn uit: “Kijk je hebt bijvoorbeeld Pauw & Witteman. Die hebben dan wat mensen uitgenodigd die zichzelf heel belangrijk vinden en proberen dan maar aan het woord te komen, babbel-de-babbel-de-babbel, je ligt dubbel. Gisteren was er een oude taart uit de politiek. Ze had speciaal voor het programma een permanentje laten zetten en voelde zich heel wat en maar kwekken en babbelen terwijl ze eigenlijk niets zei, ik lag dubbel. Die Pauw had ook wel door dat ze te lang kwebbelde en zei: “Ik geloof dat onze specialist er ook nog wel iets over wil zeggen”. Die specialist, een malloot met een duur maatpak en een zuinig mondje, die wilde wel, babbel-de-babbel. Ach man, ik lag dubbel. Daar kan geen Van Duin of Weijers tegen op.

Ondertussen werden de soep en de koffie gebracht, en terwijl ik een hap nam ging de oude verder: “Pas was er een programma dat over de werkdruk op de werkvloer ging. Een gladde vogel praatte het aan elkaar en er was uiteraard een deskundige uitgenodigd plus een vent die er een boek over geschreven had. Verder zat er een overwerkte schooljuf, die volgens eigen zeggen tegen een burn-dinges aan zat.” “Bedoelt u soms een burn-out?” De oude man bevestigde dat en vervolgde: “Die deskundige kwam met allemaal cijfertjes die moesten bewijzen dat de werkdruk abnormaal hoog lag in deze tijd. Nou man, ik lag dubbel.” Voordat ik er iets tegen in kon brengen, ging hij al weer verder: “Te hoge werkdruk, ik lach me rot. Ik werkte vroeger in de bouw als metselaar en moest elke dag 1000 stenen schoon metselwerk wegleggen. Nou, dat was aanpezen, maar dacht je dat ik daar een burn-dinges van kreeg? Ben je gek, ze zagen je al aankomen. En neem mijn vrouw. Die werkte toen we verkering kregen op een naaiatelier. Ze moest overhemden in elkaar stikken en kon pas naar huis als ze haar aantal had gehaald. Dat was stressen, maar thuisblijven omdat je het niet aankon? Vergeet het maar, voor jou tien anderen.”

“Dus u hebt geen cabaretiers of andere grappenmakers nodig om te lachen?” “Pas lag ik dubbel om een vent die zat te zeveren over normen en waarden. Volgens mij was het een komiek die een karikatuur maakte van een tv-dominee. Nu ik vond die vent echt goed, ik lag dubbel. Toen bleek bij de aftiteling dat het helemaal geen komiek was maar een echte dominee die al die onzin die hij uitkraamde, echt meende. Nu lag ik echt dubbel.”

Het werd tijd om weer te gaan schaken. De man stond ook op en zei: “Ik stap ook maar eens op, want er komt zo dadelijk een herhaling van “Rondom 10” en echt, dan lig ik dubbel.”