1 juni 2010

Koude kermis

Kermissen, ik ben er gek op: als kind was ik al op elke kermis in Apeldoorn te vinden. Wij woonden aan de Vosselmanstraat, precies op de plek waar nu het politiebureau staat. De kermissen waren vaak op het Beekpark, de markt of Marialust - alles op loop- en fietsafstand van mijn ouderlijk huis. Ik was een nakomertje, mijn broer en zus waren tien en twaalf jaar ouder dan ik en verdienden al. Zij trokken nog wel eens de portemonnee open voor hun kleine broertje, want een kermis kost nu eenmaal geld. Gelukkig was ik zeer bedreven in het spel met de bestuurbare hijskraantjes zodat ik, op mijn beurt, de hele familie van horloges kon voorzien.

Op de kermis op de markt stond meestal een rupsbaan, u weet wel, van die karretjes die pijlsnel in de rondte gaan en waar er halverwege de rit een kap over het geheel gaat zodat je in het pikkedonker verder dendert. Met mijn eerste vriendinnetje, een klasgenootje uit de zesde klas, ging ik daar in. Door de middelpuntvliedende kracht werden we dicht tegen elkaar aangeschoven en toen de kap over de rups ging probeerden we elkaar in het pikkedonker te kussen. Door het gedaver en het schokken van de rups lukte dat niet zo best en hield ze er een door mijn forse voortanden veroorzaakte bloedlip aan over, de romantiek was gelijk weg. Het is dan ook nooit wat geworden met dat meisje.

De Koninginnedagkermis op Marialust vond ik als jongen het mooiste, want daar waren attracties die vaak op andere kermissen ontbraken. Een favoriet was de steile wand waar motoren in een walm van benzine en olie hun rondjes draaiden; het gedaver van de motoren, het schudden en trillen van de hele attractie, ik vond het geweldig.

Ook een favoriet was de bokstent, ik genoot al van de show die aan de voorstelling voorafging, de speaker stelde de boksers en de worstelaars dan voor aan het publiek. "Dames en heren, jongens en meisjes, ik stel u voor Rocky Montana." Na deze woorden kwam de betreffende man naar voren, gaf een roffel tegen een boksbal of beurde een halter met gewichten boven zijn hoofd, waarna de speaker vervolgde: "Rocky Montana opgegroeid in de binnenlanden van Birma, hij vreet ijzer en staal en poept hele locomotieven. Hij looft een premie van 25 gulden uit voor elke amateur of professional die hem kan stoppen of in twee klappen total loss kan slaan." Meteen stak er dan iemand de hand op die dan werd uitgekozen om tegen Rocky te gaan boksen. Omdat ik met de buurjongens elke dag op de kermis was, wisten wij allang dat steeds dezelfde man werd uitgekozen, die hoorde er bij, wij lieten ons niet neppen.

Tegenwoordig ben ik nog steeds gek op kermis, onze slaapkamer staat dan ook vol met honden met zonnebrillen, gifgroene krokodillen, playboy bunny’s, dolfijnen, olifanten, giraffen en niet te vergeten zeer veel verschillende beren, want op elke kermis wordt wel wat gewonnen.


Vorig jaar gingen we naar het Sallandse Oogstfeest Stöppelhaene waar ook een kermis op het programma stond, waar we uiteraard naar toe gingen. Toen we het terrein opliepen kwam er een vader met een zoontje net van het terrein af. De jongen had een plastic pistooltje gewonnen en beet me toe: "Ik schiet je dood, hoor." De vader sprak berispend: "Maar Jurgen, je mag toch geen "je" tegen die meneer zeggen." Waarop het jongetje beleefd zei: "Ik schiet "u" dood, hoor meneer". "Zo is 't beter", zei de vader tevreden. Of het jongetje veel normen en waarden van huis uit mee zal krijgen valt te betwijfelen.

Op deze kermis was een attractie die je tegenwoordig niet vaak meer ziet, namelijk een waarzeggerstent. Een poster bij de ingang van de tent gaf aan dat het medium met de prachtige naam "Marietha Quastanilie" je alles kon vertellen over verleden, heden en toekomst - ook mocht je het medium drie vragen stellen. Dit alles voor de somma van tien euro. Daar wil ik in, zei ik tegen Dini. "Je bent gek, het is allemaal nep", verklaarde zij stellig. Maar ja, als fervent kijker naar het programma Het Zesde Zintuig ben ik wel gevoelig voor occulte zaken en ging toch.

Je kon een kaartje kopen bij de kassa van de naast gelegen achtbaan, ik maakte me los van Dini en kocht een kaartje bij een hoogblonde stevige dame die de kassa beheerde. Ze zei: "Gaat u maar vast naar binnen, het medium komt dan zo bij u." Dini verklaarde nogmaals dat ik knettergek was, maar ik schoof het gordijn al opzij en ging de schemerige tent binnen. Ik nam plaats op een stoel voor een tafel waarachter een soort troon stond. Op de tafel stond een glazen bol en lagen er kaarten met vreemde tekeningen, vermoedelijk tarotkaarten. Verder rook het er naar wierook en branden er elektrische kaarsen, die weinig licht gaven, vermoedelijk om een geheimzinnige sfeer oproepen.

Het duurde even maar toen verscheen Marietha. Volgens mij was het de vrouw van de kassa met nu een donkere pruik op en een ruimvallende rode cape om. Ze nam plaats op de troon en vertelde dat ze eerst iets over het verleden zou vertellen. Haar stem bevestigde mijn indruk dat het de vrouw van de kassa was. Ze had natuurlijk eerst een vervanger moeten roepen voor de kassaverkoop en een pruik op moeten zetten daarom had het even geduurd voordat ze er was. Binnen in de bol ging een rood lampje knipperend branden, ze tuurde er in: "Ik zie dat er bij uw ouderlijk huis een grote groene vlakte was, klopt dat?", vroeg ze. Het klopte, want vlakbij de Vosselmanstraat was het Beekpark, waarnaast een grasveld lag waar we altijd voetbalden. "Verder zie ik ook een gebouw met meerdere verdiepingen in de buurt van uw jeugdadres." Ook dat klopte want aan de Industriestraat, een zijstraat van de Vosselmanstraat, was een soort woonkazerne met meerdere verdiepingen. Dat ze dit goed had was niet zo moeilijk want ik denk dat 99% van de mensen deze vragen wel bevestigend zal beantwoorden.

"Dan gaan we verder met het heden. Ik zie in de bol dat het bij uw huidige adres eigenlijk nooit stil is. Er is altijd wel geluid, klopt dat?" Ook zo’n vraag die niets voorstelt, want tegenwoordig is het nergens meer stil. Dini had gelijk: het was allemaal nep. "Welke plaats woon ik dan?", wilde ik weten. U kunt uw drie vragen nu nog niet stellen, ik ga verder met het heden: "U bent niet alleen op deze kermis. U bent met een vrouw en ik zie vreemd genoeg ook een aapje." Ze was wel slim, want toen ik het kaartje kocht stond Dini naast me met een aapje dat ik gewonnen had met het bulldozerspel.

"Ik ga nu in de kaarten kijken om uw toekomst te voorspellen." Ze schudde de tarotkaarten en ik moest er twee trekken. Ik gaf haar de kaarten en ze legde de eerste open op tafel. Er stond een soort landweg op vol kleurige bloemen in de berm, de weg liep naar de horizon. "Deze kaart vertelt mij", sprak het medium, "dat u een zeer hoge leeftijd zult bereiken." Ze draaide de tweede kaart om, de tekening stelde de aardbol voor: "U zult de hele wereld bereizen en veel avonturen beleven", sprak de vrouw. Fijn dat ik lang zal leven, maar die verre reizen dat zal zeker niet gebeuren, want Rainer Maria Rilke, een beroemde Duitstalige dichter, zei het al: "Reisen? Wohin? Die Fernen sind im Herzen…." Dat zou ook een uitspraak van mij kunnen zijn, want ik heb al heimwee als we een weekendje ergens in eigen land naar een bungalowpark gaan.

"Dan is het nu tijd voor uw drie vragen, elke vraag meer kost vijf euro. Stelt u uw vragen maar." De stem van Marietha haalde me uit mijn overpeinzingen. "Ik ben lid van een schaakclub, over een maand begint de nieuwe competitie. Ik wilde graag weten tegen wie ik de eerste partij speel, of ik die win en hoe hoog ik op de ranglijst zal eindigen." "Even kijken... Ja, ik zie het allemaal in mijn bol. Uw eerste tegenstander is een wat oudere heer met een baardje en ja, na een lange partij gaat u winnen. Verder zie ik dat u bij de bovenste tien van de ranglijst zult eindigen.

Het is nu juni 2010 en ik kan u precies vertellen wat er is uitgekomen van de voorspelling van Marietha. De eerste partij moest ik tegen Roeland Pruijssers, die me in minder dan twintig zetten van het bord veegde. Verder ben ik nog nooit zo laag in een competitie geëindigd, namelijk op plaats 52. Dini had gelijk: het was allemaal nep. Volgende keer koop ik voor dat geld wel twee porties kibbelingen met lekker veel knoflooksaus. Dan stink ik ook, maar niet erin.